V&D: oude merken uitmelken lijkt geen goed idee

De problemen van webwarenhuis V&D staan niet op zichzelf. Allerlei pogingen om ooit legendarische merken nieuw leven in te blazen lijken keer op keer te mislukken. Toch vooral omdat deze merken niet meer het gevoel lijken te vertegenwoordigen dat zij ooit uitstraalden.
V&D verkeert, jaren nadat de grote warenhuizen moesten sluiten, weer eens in financiële nood. Het merk probeert tot een akkoord te komen met de schuldeisers.
V&D ging eind 2015 failliet. Nadat de merkrechten werden gekocht door Coolcat-oprichter Roland Kahn, diens zakelijk rechterhand Jaco Scheffers en voormalig HEMA-topman Ronald van Zetten, maakte V&D in 2018 online zijn rentree.
V&D maakte in 2017 eerst nog een doorstart als app onder de naam Frendz. Met behulp van tips van vrienden op Pinterest en Instagram moesten consumenten hun nieuwe outfit bij elkaar shoppen.
Geld moest worden verdiend door een afdracht van een euro per transactie en een commissie van tien procent van netto-omzet, na retourzendingen. Maar dat lukte allemaal niet erg goed, zo moest Van Zetten al in 2019 toegeven.
In 2018 keerde V&D zelf terug als online warenhuis. De herlancering was keer op keer uitgesteld wegens een ‘te gammele’ IT. Dat schijnt nu ook weer een probleem te zijn. De huidige directeur Alexander van Slooten verwijst naar de huidige economische situatie met lagere consumentenbestedingen en ‘problemen bij een overgang van het platform waar V&D op draait’.
Het bedrijf wil nu een beroep doen op de Wet Homologatie Onderhands Akkoord, waarmee ondernemingen een schuldsanering kunnen afdwingen zonder dat alle schuldeisers akkoord hoeven te gaan.
Maar misschien is het belangrijkste probleem wel dat de merknaam niet meer de uitstraling heeft die het ooit had. V&D zegt vanwege zijn omvang niet op te kunnen boksen tegen ‘grootmachten als Wehkamp, bol.com en Zalando’. Dat lijkt de kern van het probleem te zijn, en niet makkelijk op te lossen. De consument wil kennelijk niet shoppen bij een merk dat zij nog associëren met stenen warenhuizen.
Het gebeurt vaker dat merken na een faillissement eindeloos worden doorverkocht, toch vooral vanwege het idee dat de naamsbekendheid heel wat marketingkosten zal schelen.
Neem het legendarische merk Commodore, dat groot geworden was met spelcomputers in de jaren tachtig, maar al gauw door concurrenten werd overvleugeld. Een deel van het bedrijf kwam in handen van Escom Nederland, dat de naam veranderde in Commodore.
Juli 1997 nam de Nederlandse computerfabrikant Tulip Escom Nederland over, maar die wist zich geen raad met Commodore. In 2004 kwamen alsnog moderne varianten van de Commodore 64 op de markt, zoals een joystick met ingebouwde Commodore 64, die direct op de televisie kon worden aangesloten. Verder wilde Tulip onder de naam Commodore gaan handelen in muziekverkoop via internet, en opnieuw een pc-lijn introduceren. Geen van die producten of diensten sloeg aan en eind 2004 was het merk alweer verkocht aan Yeahronimo (YMV), een online-muziekwinkel.
In 2015 zou er nog een smartphone onder de naam Commodore PET verschijnen die zou draaien op Android 5. De telefoon zou op de markt gebracht worden door een startup met de naam Commodore Business Machines. Zover kwam het echter niet door onenigheid over het gebruik van de merknaam Commodore.
Een groot drama werd Neckermann Retail. De Nederlandse retailtak van het handelshuis (niet te verwarren met de gelijknamige reiswinkel) kwam in 2016 in handen van twee louche ondernemers, de gebroeders Steenbergen.
Neckermann.com begon met een groothandel, een webshop en dertien fysieke winkels, die waren overgenomen van onder meer Kijkshop.
Eind dat jaar ging de groothandel al failliet, niet veel later gevolgd door de winkels. De webshop hield zijn hoofd nog drie jaar boven water, maar ging na een golf van klachten van klanten die niet geleverd kregen in januari 2020 alsnog ten onder.
Voormalig directeur Ronald Steenbergen moet nu 18 maanden de cel in wegens witwassen. Zijn broer Joop is veroordeeld tot een taakstraf en een voorwaardelijke celstraf van 6 maanden.
Kijkshop was tot 2002 onderdeel van Maxeda, voorheen VendexKBB. Dat jaar werd de keten via een managementbuy-out losgemaakt van het moederbedrijf en kwam het terecht bij de holding Retail Network. Na verkoop door Retail Network aan het Zweedse Klockgrossisten i Norden Netherlands BV (KIN) in 2007 werd de winkelformule bijgesteld.
In maart 2015 werd Kijkshop gekocht door het eveneens Zweedse investeringsbedrijf listérus & partners Capital Advisors. In maart 2017 meldde het bedrijf dat het 20 van de 87 filialen ging sluiten vanwege tegenvallende omzetcijfers en verliezen.
In september 2017 werd Kijkshop opnieuw verkocht. Deze keer aan het Zweedse investeringsbedrijf SparkistanStClemens AB. Die sloot  januari 2018 alle filialen. Op 23 januari werd het faillissement aangevraagd.
In december 2019 keerde Kijkshop terug als webwinkel met een online platform onder een nieuwe eigenaar. In maart 2021 werden de activiteiten alweer gestaakt.
Ondernemers Bart Quispel, Hendrik van de Wal en Maurice van den Berk kochten de merkrechten van Kijkshop. Samen met Koen Naber wilden zij als eerste een volwaardig liveshoppingplatform in Nederland lanceren.
Het platform zou zich voornamelijk richten op 20- tot 40-jarigen. Het assortiment zou bestaan onder meer uit mode, cosmetica en andere lifestylecategorieën als koken.
De lancering had zo rond deze tijd moeten plaatsvinden, maar lange voorbereiding en de stilte rond het merk wijzen erop dat er mogelijk weinig animo is van merken. Liveshopping lijkt bovendien vooral een Aziatisch fenomeen dat hier in het westen nog niet echt is aangeslagen.
Het probleem is misschien wel dat curatoren over het algemeen niet erg kritisch zijn als zij merken uit een faillissement doorverkopen. Die merken brengen vaak meer op dan andere bezittingen, maar er wordt te weinig gekeken naar het trackrecord van de ondernemers die deze merken nieuw leven willen inblazen. Met als gevolg dat deze formules uiteindelijk een stille dood sterven.
Foto V&D in 1988 (Anefo)

Lees hier het bericht