Microsoft stapt uit de business van het coderen en distribueren van videostreams. Te duur. En het ziet ernaar uit dat andere partijen het ook lastig kunnen krijgen.
Per juli 2024 stopt Microsoft met zijn video workflow-activiteiten. Dat is de tak waar andere bedrijven hun video-opnames geschikt kunnen laten maken voor online streaming. Het concern probeerde te verdienen aan software en distributie, maar kon niet met de markt mee.
Aan de bron hiervan liggen nieuwe technische ontwikkelingen. Streamingspecialist Stef van der Ziel van Jet-Stream: “Video verwerken vormt een zware last op computerprocessoren, dus je hebt er veel nodig. De kosten zijn al hoog en waarschijnlijk kreeg Microsoft ze niet verder omlaag.” Concurrenten, zoals Amazon, slagen daar wel in en zijn voor streamingklanten een logischer keuze.
Microsoft verwijst zijn streamingklanten nu door naar partijen als Harmonic, MediaKind, Bitmovin en Ravnur.
Van der Ziel signaleert een volgende ontwrichtende ontwikkeling op de streamingmarkt. “Rekenkracht wordt te duur. Je ziet dat partijen hun processoren gaan ontwikkelen. Transcoding op hardware is goedkoper dan in software. Google, bijvoorbeeld, maakt zijn eigen hardware voor YouTube. Zelf maken wij gebruik van serverkaarten van een Canadees bedrijf. Die werken vele malen efficiënter en gebruiken negentig procent minder stroom. Zo kunnen wij vier keer goedkoper werken.”
De ondernemer verwacht dat de dalende kostentrend aanhoudt als gevolg van technische ontwikkelingen en innovaties.
Foto: Jakob Owens, op Unsplash