De Nederlandse televisiekijker kijkt zes van de tien minuten nog naar live televisie. De rest is on demand.
Dat is af te leiden uit de jongste cijfers van SKO, het instituut dat de kijkcijfers meet en publiceert.
In de eerste drie weken van de zomervakantie in Nederland, weken 28, 29 en dertig, ging zestig procent van de tv-kijktijd naar live uitzendingen (PDF). Een blik op de cijfers van twaalf maanden geleden verraadt dat de consument zich niet wezenlijk anders is gaan gedragen. Ook toen was veertig procent van de kijktijd on demand.
Toch moet een kleine kanttekening worden gemaakt. ‘Overige kijktijd’ bestaat uit uitgesteld tv-kijken op uitzenddag, uitgesteld tv-kijken binnen een week én ‘overig schermgebruik’. In die laatste categorie schuiven de panelen.
Ging er vorig jaar nog 38 minuten naar ‘overig schermgebruik’, nu omvat dat 44 minuten. Diensten als YouTube, Netflix en Viaplay vangen gezamenlijk zeker tien procent meer kijktijd dan een jaar geleden. Een verklaring hiervoor geeft SKO niet aangezien het enkel kale cijfers rapporteert.
*) Foto door Joyce Busola, op Unsplash
