Geertje Zeegers (Too Good To): ‘We zijn bewust geen dataverzamelbedrijf’

Het Deense Too Good To Go is nu ruim vier jaar actief in Nederland. Met een steady propositie. Er is echter meer nodig, merkt country manager Nederland Geertje Zeegers. “Er liggen grote kansen in data-analyse.”
Sinds 2016 is To Good To Go gegroeid naar zeventien landen, met wereldwijd zo’n honderdtwintigduizend partnerbedrijven. Met name retailers, voedingswinkels en horeca. Zij bieden voedingsproducten die ze anders weg zouden gooien aan tegen een gereduceerd tarief (ongeveer een derde van de oorspronkelijke prijs) via de app van de Deense scale-up. Waarmee partners dus verspilling kunnen tegengaan en hun restanten te gelde maken – en in sommige gevallen verwijderingsbijdragen uitsparen.
In Nederland zijn zo’n zesduizend partners aangehaakt, stelt Zeegers. En zijn er 3,3 miljoen actieve geregistreerde gebruikers. Tot op heden samen goed zo’n 15,5 miljoen geredde maaltijden.
Gedragsverandering
Die verhouding van ruim drie miljoen consumenten (die veelal organisch binnenkomen) op zesduizend aanbieders betekent wel dat de vraag het aanbod flink overstijgt. En dus is het vooral zaak om het aantal partners te vergroten. Het bedrijf spreekt zelf van een win-winsituatie voor zowel retailer/horeca als klant, maar de praktijk blijkt weerbarstig. Bedrijven zijn vaak sceptisch of hebben er moeite mee om transparant te zijn over de mate van verspilling die ze hebben, merkt Zeegers. “We zijn de afgelopen jaren in steeds meer landen gestart, maar de komende tijd ligt de focus op het uitbreiden van de bestaande base.”
Met een gebruikersbasis van ruim drie miljoen wordt er ook flink wat data over overschotten, aankopen en andere zaken verzameld. Een bron om partners te helpen optimaliseren? “Dat doen we nog veel te weinig”, erkent Zeegers, die zelf een achtergrond in data-analytics heeft. “Wij weten ook alleen de hoeveelheid boxen die verkocht wordt, niet wat er precies in zit. Daar ligt nog een grote kans.” Wel blijken er al pilots te lopen met winkels om dit inzichtelijk te maken. Zeegers wijst er ook op dat er andere partijen zijn in de ‘food waste space’ die eerder in de keten zitten, waarmee samengewerkt kan worden.
Daarbij blijkt Too Good To Go zelf ook dieper de keten in te gaan. Zeegers wijst erop dat er ook bij producenten al veel verspilling zit, die op een vergelijkbare manier als bij retailers opgelost kan worden. En het bedrijf wil meer “bij consumenten aan tafel komen”. Via de app is dat lastig, stelt de country manager. Dat lukt beter offline. Bijvoorbeeld via het ‘kijk, ruik, proef’-label op etiketten in samenwerking met Unilever en andere (grote) voedselproducenten. “De helft van de verspilling zit bij consumenten thuis. Dus willen we daar een gedragsverandering bewerkstelligen.”
Overbodig
Een uitdaging blijkt een goede balans te vinden in gebruikersdata inzetten voor de missie en het product zo ‘dataluw’ mogelijk te houden. Zo is er alleen een e-mailadres nodig om de app te kunnen gebruiken. “We zijn heel bewust geen ‘dataverzamelbedrijf’ en geven gebruikersdata ook niet door aan de winkels waarmee we werken.” Dat maakt het gebruik van het product laagdrempelig, maar zorgt er ook voor dat er tot op heden nog weinig gepersonaliseerd kan worden. Wel worden er steeds sterker voorkeuren uitgevraagd van consumenten, voegt Zeegers toe. En kunnen gebruikers winkels sinds enige tijd beoordelen op een vijfpuntsschaal. Geen baanbrekende innovatie, maar wel een middel om het aanbod naar een hoger plan te tillen.
Zeegers pleit al een tijdje voor een Nederlandse wet tegen voedselverspilling, zoals in Frankrijk en Italië, die herverdeling van voedseloverschotten afdwingt. Het zou de maatschappij helpen, maar ook Too Good To Go in de kaart spelen. Al is het volgens de country manager niet om dat laatste te doen. “Als we echt succesvol zijn en voedselverspilling al in de keten kunnen voorkomen, zijn we niet meer nodig.”
Foto: Frank Ruiter (in opdracht van Emerce)
Dit artikel verscheen eerder in het novembernummer van Emerce Magazine #192.

Lees hier het bericht