AI in de praktijk: Lalaland’s digitale avatars brengen een revolutie in de mode-industrie

Lalaland zet de kracht van AI in om sociale ‘empowerment’ en duurzame impact te creëren in de mode-industrie. Het bedrijf geeft modemerken een platform waarmee ze modellen digitaal in vele vormen kunnen aanpassen met digitaal gegenereerde avatars.

In mijn gesprek met Michael Musandu leer ik veel over de mode-industrie, over opgelegde schoonheidsidealen en dat diversiteit en duurzaamheid verre van vanzelfsprekend zijn binnen deze industrie. Maar vooral krijg ik inzicht in hoe Lalaland met zijn digitale avatars deze ingesleten patronen probeert te veranderen.
Musandu is geboren in Zimbabwe, opgegroeid in Zuid-Afrika en heeft een technische achtergrond van informatica en kunstmatige intelligentie. Ugnius Rimsa, mede-oprichter van Lalaland heeft een mode-achtergrond. Deze combinatie maakt hen sterk en aldus werden hun krachten gebundeld in 2018. Gestart bij ACE incubator in een container op Startup Village ontdekken ze het startup leven en zijn ze uitgegroeid tot een volwaardig bedrijf met grote klanten als Wehkamp en Tommy Hilfiger.
Is de mode-industrie aan het sterven?
“Nee, maar wel aan het veranderen, iets waar Lalaland een belangrijke rol in speelt met twee pijlers: sociale empowerment en duurzame impact. Zo stellen we merken en consumenten in staat om de schoonheidsstandaard te pluraliseren door het internet net zo divers te maken als de markt die we bedienen. Ten tweede gaan we afvaldumping op stortplaatsen tegen door het verminderen van zowel het aantal fysieke monsters dat nodig is tijdens ontwerp/merchandising als het aantal retourzendingen.”
Wat bieden jullie hiervoor? Hoe doe je dat precies?
“Lalaland is een B2B SaaS gericht op digitale mode- en kledingmerken. We automatiseren traditionele fotografie (“fotoshoots”) waarmee echte modellen, fotografen, haar- en make-up-stylisten op verre locaties niet meer nodig zijn. Met Lalaland-software heeft elk merk een platform waarop ze hun modellen digitaal in vele vormen kunnen aanpassen met  gegenereerde avatars. Naast de impact op de duurzaamheid en kosten geeft dit ook speed-to-market. Want in plaats van enkele weken of maanden plannen van zo’n shoot, hebben ze met deze avatars in een paar minuten foto’s van hun collectie om te gebruiken voor e-commerce of sociale media.”
En hoe passen jullie daar AI dan in toe?
“Om het simpel uit te leggen gebruik ik een voorbeeld van een Van Gogh-schilderij. We gebruiken twee netwerken die het tegen elkaar opnemen om variatie binnen een dataset vast te leggen. Eén netwerk ziet echte voorbeelden van schilderkunst van Van Gogh: dan praat je over miljoenen voorbeelden. Het tweede neurale netwerk ziet geen van deze voorbeelden en zal dit zelf op een of andere manier proberen te genereren. Dit kopieert het niet pixel voor pixel, het begrijpt de distributie waarmee het na verloop van tijd een nieuw schilderij maakt in de stijl van Vincent Van Gogh, gebaseerd op het andere neurale netwerk met de echte voorbeelden. Het verschil tussen het echte schilderij of het nieuw gegenereerde is niet meer te zien.  Dat is het moment waar we zeggen, het algoritme is officieel geconvergeerd. Dit kan ook met modellen waarbij we verschillende parameters beheersen zoals het kapsel, de maat, de houding en de huidskleur van het model.”
Ah, daarmee is maatje 36 verleden tijd en herkennen mensen zichzelf meer in het model?
“Dat klopt, mensen voelen zich ondervertegenwoordigd tijdens het online winkelen. Normaal zien mensen een of twee modellen, binnen een algemeen geaccepteerd schoonheidsideaal, dit is vaak onherkenbaar voor veel mensen. Met avatars kun je diverse modellen creëren waarmee iedereen zichzelf herkent in een type model. We ontwikkelen hiermee een diverse(re) maatschappij en het vermindert het aantal retourzendingen, juist doordat mensen zichzelf herkennen in het model, dus minder kans bestaat dat het kledingstuk tegenvalt.”
Dus minder verspilling?
“Ja, de mode-industrie is een van de meest vervuilende industrieën: hier kunnen we wat aan doen. Doordat er minder retourzendingen zijn, is er ook minder verkeer heen en weer tussen de consument en de verkoper. En tevens komen deze kleren niet op de stortplaats met alle gevolgen van dien. Maar ook eerder in de waardeketen tijdens het creatieve ontwikkelingsproces kan deze technologie al worden ingezet, waarmee het aantal fysieke monsters dat nodig is tijdens ontwerp/merchandising vermindert.”
Wat is jullie grootste uitdaging in deze markt?
“Het inzetten van synthetische modellen is nieuw, momenteel is traditionele fotografie met ‘echte’ modellen onze grootste concurrent. Dit gaat gepaard met uitdagingen: de markt moet worden opgeleid om te begrijpen hoe dit eruit kan zien voor hen. We werken met grote merken als Tommy Hilfiger op basis van zelfbediening, hiermee bouwen we use cases.”
Zie je Open AI als een uitdaging of als hulpmiddel?
“Open AI gaat veel veranderen, ik vind deze innovatie zeker cool. Echter, het zal niet in staat zijn een model te genereren dat een product draagt. Wij zijn gespecialiseerd in mode en mode-e-commerce, daarom blijven onze klanten ons vandaag de dag gebruiken. Dus daarmee zal het geen concurrentie vormen. Het zal eerder helpen de markt verder te onderwijzen op eenzelfde type technologie.”
Jullie hebben extern geld opgehaald, waar ligt de focus voor de jaren die komen?
“We hebben recent geld opgehaald bij strategische angels en institutional VC’s, mensen die kunnen ondersteunen vanuit de strategie, hun netwerk en hun expertise. Met dit kapitaal zijn we op zoek naar talent, momenteel werven we om deze rollen te vervullen met uitzonderlijke, diverse mensen. Omdat intrinsiek ons product verband houdt met het oplossen van het inclusieprobleem is dit belangrijk. Het betekent dat we verschillende soorten mensen nodig hebben om daadwerkelijk intern te co-creëren, zodat we dit probleem eerst en vanuit een intern perspectief kunnen aanpakken voordat we naar buiten kijken. Dus wie geïnteresseerd is in het veranderen van de mode-industrie, kan bij Lalaland terecht in commerciële rollen, als product owner of full-stack developer.”
Over de auteur: Femmie Geradts is directeur bij Startup Village. Voor Emerce belicht ze start-ups die AI toepassen in de praktijk.
Op de hoogte blijven van het laatste nieuws binnen je vakgebied? Volg Emerce dan ook op social: LinkedIn, Twitter en Facebook.

Lees hier het bericht